
2. Opdracht
Opdracht 1
Schrijf in een placemat op waar je aan denkt bij het woord "Talent".
Dit ga je in een groepje van vier leerlingen doen. Bij 3. Werkwijze staat beschreven hoe je een placemat maakt.
Hierna zoek je de betekenis op van "Talent". Hier kan je een woordenboek voor gebruiken maar je kunt ook bij
4. Informatiebronnen kijken. Dit zet je in een nieuwe placemat.
Vergelijk nu jullie eerste en tweede placemat met elkaar. Zie je verschillen of staat op de eerste placemat ook de gevonden
betekenis al?
Opdracht 2
Nu je bij opdracht 1 hebt opgezocht wat "Talent" betekent kun je vast wel talenten bedenken.
Als je nog ideeën nodig hebt kun je ook bij 4. Informatiebronnen kijken. Bij 3. Werkwijze staat beschreven wat je met de
gevonden talenten moet doen.
Als je deze opdracht goed hebt uitgevoerd heb je nu twee post-it velletjes met op ieder één "Talent" geschreven.
Bij een activiteit met de hele klas heb je deze velletjes nodig. Je gaat ze namelijk stiekem op de rug van een klasgenoot
plakken. Het is de bedoeling dat ieder klasgenootje twee velletjes op zijn rug krijgt met zijn "Talenten".
Je krijgt er zelf ook twee terug. Deze kun je weer gebruiken bij opdracht drie.
Opdracht 3
Dit is de laatste opdracht, alles wat je in de vorige opdrachten geleerd hebt, heb je bij deze opdracht nodig.
Bij opdracht twee heb je twee talenten gekregen van je klasgenoten. Van deze talenten wist je misschien al dat je ze had of
misschien juist helemaal niet. Vaak zien klasgenoten talenten van jou die je zelf nog niet ontdekt hebt of je nog niet bewust van
bent. Bij deze opdracht gaan we een kwartetspel maken van jouw talenten. Hierbij gebruik je de gevonden talenten bij opdracht
twee en twee anderen die je zelf vindt dat je hebt. Bij 3. Werkwijze staat beschreven hoe je dit kwartetspel gaat maken.
Maak jouw eigen website met JouwWeb